Neer - 16 mei 2025 - Sinds november 2023 kom ik om de week bij een hele lieve, zachtaardige mevrouw bij zorgcentrum Bergh. Mevrouw S. is klein van stuk met een smal postuur, maar fysiek nog heel krachtig, zeker gezien haar hoge leeftijd (inmiddels 95 jaar). In het begin durfde mevrouw nauwelijks op de harp te spelen, maar ze wordt hier steeds enthousiaster en fanatieker in. Haar zelfvertrouwen is enorm gegroeid.
Als ik de woonkamer binnenloop, zit mevrouw aan tafel met nog een andere mevrouw. Mevrouw S. kijkt verrast op als ze mij ziet. Ik zie steeds meer herkenning, zeker op het moment dat ik haar mijn harp laat zien. En ook haar vertrouwen groeit. Ik zet de rollator van mevrouw wat dichterbij, zodat ze hier steun aan heeft bij het opstaan. Daarna lopen we samen al pratend naar haar kamer.
In de linkerhoek staat een tafeltje met een bloemetje en enkele foto’s. Mevrouw gaat op haar vaste plek zitten, op de stoel bij het raam. Na een kort praatje haal ik mijn harp uit de hoes.
Ik vraag haar of ze op de harp wil spelen. “Kan ich echt neet”,…waat is den de bedoeling…". Maar zodra ik het voordoe, begint ze enthousiast met haar vinger over de snaren te gaan. “Zo good?”, vraagt mevrouw en begint te lachen. Ze onderschat zichzelf, is wat onzeker. “Det zou ich nooit geleerd kriege…” Op het moment dat ze de harp aanraakt lijkt alle onzekerheid verdwenen. De laatste tijd speelt ze steeds krachtiger. En dat terwijl ze in het begin nauwelijks de snaren aan durfde te raken. Wat een verschil. Zo mooi om te zien.
Later vraag ik haar of ze samen met mij wil zingen. Ze geeft aan dat ze dit niet kan. Maar als ik het refrein van “Daar bij die molen” speel, zingt ze soms toch een woord mee. Ze heeft zichtbaar plezier, wat natuurlijk het allerbelangrijkste is. Ik vertraag mijn snelheid met spelen en zing de liedjes extra langzaam, in het tempo dat het beste aansluit bij mevrouw.
Bij mensen met dementie werkt het kortetermijn geheugen niet meer. Maar zingen, dat zit in een ander deel van de hersenen, waardoor het geheugen voor liedjes van vroeger nog heel lang intact blijft.
Tussen het harpspelen en zingen door maken we altijd een praatje, meestal over vroeger. Naast mij op het tafeltje staan twee ingelijste zwart-wit foto’s, van haar vader en moeder. Mevrouw is door haar dementie veel met haar gedachten in het verleden. Ze praat tegen haar ouders op de foto’s, in haar beleving zijn zij ook lijfelijk aanwezig en luisteren zij mee naar de muziek.
Ik nodig mevrouw weer uit om op de harp te spelen. De ene keer houd ik de harp in horizontale positie, een andere keer weer verticaal, of ik laat mevrouw zelf de harp vasthouden. Ik bekijk altijd wat op dat moment voor haar het prettigst is.
Mevrouw speelt kort even op de harp en heeft er zichtbaar veel plezier in. Je ziet haar zelfvertrouwen echt groeien zodra ze de snaren aanraakt. En steeds verschijnt er een lach op haar gezicht. Ik geef haar een compliment, vertel haar dat ze mooi gespeeld heeft. “Het steit murge in de gezet”, zegt mevrouw lachend. Daarna kijkt ze naar de foto’s van haar ouders. “En de koppien is aug al euver", zegt ze lachend tegen hen. Ze wijst vervolgens naar mij en zegt tegen haar ouders: “Ze kumt elke daag hie veur mich, muziek make veur mich. Det wist ge nog neet he?”
Ik vraag mevrouw of ik nog eens terug mag komen. “Dich moogs elke daag kome”, zegt mevrouw. We lopen samen naar de gang, en ik draai mij om in de deuropening om het licht uit te maken. Mevrouw vraagt of ik het licht aan wil laten. Eerst begrijp ik het niet helemaal, maar dan wordt het mij duidelijk. Het licht moet aanblijven voor haar ouders “de mensen op de foto’s”.
Twee weken later ben ik weer bij haar. Mevrouw heeft last van hoofdpijn. Ik vertel haar dat ik hoop dat deze mag verdwijnen door de zachte harpklanken. Ik begin deze keer met rustige instrumentale muziekstukjes, en na afloop zegt mevrouw: “Heel sjoon, applaus." En ze begint uitbundig voor mij te klappen. “En nu bent u aan de beurt", zeg ik. Mevrouw kijkt mij verbaasd aan. “Nae, det ken ich neet”, zegt ze. Maar na een kleine aanmoediging voelt mevrouw aan de snaren. Eerst nog voorzichtig en zachtjes, maar daarna steeds harder. Ze begint te lachen, alsof ze verrast is dat ze het toch gedurfd heeft om op de harp te spelen.
“Zijn dat uw ouders?”, vraag ik terwijl ik naar de foto’s wijs. "Ja", zegt mevrouw. "Dat lijken mij lieve mensen", vul ik aan. “Wat vinden ze van de muziek?" vraag ik aan mevrouw. “Prachtig”, zegt ze. Mevrouw vertelt dat haar vader vroeger ook veel zong. “En wat vind u zelf van de muziek?”, vraag ik haar. “Prachtig, laot maar goan”…mevrouw moedigt mij aan om weer verder te spelen en ik speel nog een aantal instrumentale stukjes. Mevrouw luistert rustig, in stilte genietend. Na afloop zegt mevrouw: “Alle miense klappen”. En ze klapt vol enthousiasme in haar handen.
Even later leest mevrouw hardop mijn naam die op mijn naamplaatje staat. “Wat vindt u van deze naam?” vraag ik haar. “Heel mooi, det is echt waor”, zegt ze. Het valt haar ook op dat er een hartje voor mijn naam staat, het hart van mijn logo van de harp. Bijzonder dat haar dit kleine detail opgevallen is en dat ze het ook benoemt. Vervolgens hebben het over de naam van mevrouw en de verschillende variaties hoe haar naam vroeger uitgesproken werd.
Tot slot zingen we nog wat liedjes en in een van deze liedjes noem ik haar naam. Mevrouw moet erom lachen. Samen zingen we ook het Limburgse volkslied. Mevrouw zingt meerdere regels van dit liedje mee, wat heel bijzonder is, gewoonlijk zingt ze hooguit enkele woorden mee.
Na afloop van de harpsessie vraag ik mevrouw hoe het met de hoofdpijn gaat? Mevrouw zegt: “De koppien is weg, ramweg.” En hoe komt dat vraag ik haar? “Es dich kums. Jao, echt waor. Dan bel ik dich waal, es de koppien neet vertrekt, den bel ik dich geweun”, zegt mevrouw lachend.
Met muzikale groet, Yolanda
Yolanda Cremers heeft sinds april 2022 haar eigen column bij DeltaLimburg.nl. Neem ook eens een kijkje op haar website De Kracht van de Harp.
Foto © Yolanda Cremers