img

DeltaLimburg.nl

Hèt informatieve (nieuws)platform voor Midden-Limburg.

27-6-2023 12:39

Ron - aardappels of toch niet...?

Roggel - 27 juni 2023 - Voor de leken onder ons even een toelichting. Op de laatste donderdag van de maand leiden wij, mijn vaste collega en ik, in de vorm van een themawandeling belangstellenden rond door het Leudal. Thema’s die dan de revue kunnen passeren zijn de historie, het Natura-2000 gebied, cultuur, flora en fauna om er zo maar een paar uit het brede arsenaal op te noemen. Voordat we op de donderdag op pad gaan lopen wij altijd de wandeling voor.

Wij zoeken samen een geschikte route uit en kijken of de thema’s die we voor ogen hebben, aansluiten op dat wat wij belangstellenden willen vertellen en checken of de informatie van het nieuwe thema ook binnen de tijd van een 2 uur durende wandeling past. Het leuke is om de deelnemers te amuseren door hen te betrekken bij alle kleine dingen die je onder de “loep neemt”. Door hen iets nieuws te vertellen en wat zeker niet zomaar in boeken of via internet is op te zoeken. Ja, je moet je voorbereiden!
 
Waar waren we? Oh ja, het voorwandelen.

Mijn collega loopt in de avonden ook nog wel eens met zijn trouwe viervoeter door het Leudal. Hij maakte mij attent op een schitterende aardappelvormige klomp van een ondefinieerbare massa. Deze lagen verspreid over de grond en op de paden. We keken omhoog en zagen in eikenbomen allemaal “aardappelen” hangen. Daar wil je natuurlijk meer van weten. Zou Aviko, Farmfrites, Mamb Weston Meijer of Allgro een gat in de markt hebben gevonden en hun aardappelen in de bossen verbouwen, om zo het aankomende stikstofbeleid te omzeilen? Het zal toch niet!? Met z’n tweetjes bekijken we de “aardappel” eens heel aandachtig en het spreekwoordelijke kwartje viel direct.
 
Het is de aardappelgalwesp (Biorhiza pallida). Deze wesp, want daar gaat het om, heeft een hele aparte manier van leven. De “aardappel” die wij in de handen hebben, heet met een mooi woord “gal”. Een gal is eigenlijk niets anders dan een woekering van een plant. Dit is een reactie van de plant op het binnendringen van een parasiet of symbiont waardoor er een verwonding is ontstaan. Meestal komt dit omdat een insect haar eitjes in de plant legt. Dat doen de dames met hun legboor door bijvoorbeeld een eitje in een blad te leggen. Zo ontstaat de bladgal. Het kan ook in een knop, dan ontstaat er een knopgal of in een wortel, dan spreek je over een wortelgal. Nu kun je zelf wel invullen hoe de gal gaat heten wanneer een wijfje de eitjes legt in een meeldraad, schors en bloem…   De plaats waar de eitjes liggen, dient als behuizing en als voedsel voor de nog te ontwikkelen larven.

Terug naar de wesp. In de gallen die zichtbaar zijn in de eiken ontwikkelt zich een larfje. In de zomer vliegen de galwespjes uit. Het zijn mannetjes en vrouwtjes! Deze hebben zoals gewoonlijk maar één taak en dat is paren. Na het paren kruipen de vrouwtjes in de grond en zetten daar de eitjes één voor één af op de jongste haarworteltjes van de niets vermoedende zomer- en wintereiken. Hieruit komen larven die op hun beurt ook weer gallen veroorzaken en hoe noemen we deze gal?

Een wortelgal! Juist!  

Zo tegen februari-maart komen de galwespjes uit de wortelgallen gelopen. Dit zijn uitsluitend vleugelloze vrouwtjes. Nu komt het mooie. Omhoogkijkend moeten deze arme schepseltjes een hele weg, van wortel tot blad afleggen om in een blad een cluster van eitjes af te zetten. Vergelijk het met een wandeltocht over de afstand Roggel-Venlo. Wie dit bedacht heeft in de natuur? Ik weet het niet, maar dit is echt een horrorscenario. Van de ene kant is het een ingenieus plan hoe ze de eitjes verstoppen. Wanneer de vleugelloze, opvallend gekleurde en weerloze vrouwtjes het daglicht zien, moeten ze langs een metershoge boomstam omhoogklimmen. Ze mogen onderweg wel kiezen over welke tak zij uiteindelijk naar het uiteinde kruipen, om op hun summum hun eitjes af te zetten. Dit alles onder het toeziend oog van de koolmees. Deze hebben dan al jongen. Die gevleugelde vreetmachines liggen in een deuk van het lachen. Want zeg nou zelf, het is toch waanzinnig wanneer er dergelijke hapklare brokken over de stam naar boven marcheren? Zo recht in jouw openstaande bek! Als je dacht dat wij de uitvinders waren van het “lopend buffet”, heb je het dus mis!

Mannetjes komen in deze fase überhaupt niet voor in het verhaal. Blijkbaar zijn ze dan ook niet nodig voor de bevruchting van de eitjes.

Wanneer de dame in kwestie bij een bladknop is aangekomen, boort ze met haar legboor hierin een gat.  Eerst spuit ze een giftig goedje in het blad wat ervoor zorgt dat het bladweefsel gaat opzwellen en zacht wordt. Vervolgens zet ze haar eitjes af. Het eitje zelf is in staat om een stofje af te scheiden wat de groei van de “gal” doet bevorderen. Hierdoor ontstaat een bladgal, in dit geval de aardappelgal.
 
De eikenbomen hebben het echt te verduren. Worden ze niet kaalgevreten door de eikenprocessierups of eikenmeeldauw, deze laatste zit als een waas over de bladeren, krijgt de boom weer een vijand erbij die, samen met de andere twee vijanden, de boom aardig aan het verzwakken is.

De gal is sponsachtig, onregelmatig gevormd en kan makkelijk vijf tot zeven centimeter groot worden. De kleur is heel divers, van groen tot geel en zelfs rood tot iets paarsig komt in het kleurenpalet voor. Later worden ze bruin en vallen af. Binnenin de gal kunnen zich wel tot dertig larven ontwikkelen. Deze leven van voedingsstoffen - met een mooi woord nutriënten - die door het bladweefsel aangereikt worden. Het aanwezig zijn van al die gallen in de zomer- en wintereik kan te maken hebben met de zachte winter van het afgelopen jaar. Vorst is er nauwelijks geweest. De relatief warme temperatuur die we de laatste jaren, ook al vroeg in het voorjaar, hebben kan bijdragen aan deze ontwikkeling.
 
Er is trouwens nog wel hoop voor de eiken. Er zijn een twintigtal sluipwespen die weer parasiteren op de larve van de aardappelgalwespen.
 
Wist je trouwens dat er ook inktgallen op eikenbladeren voorkomen? De “gekke Romeinen” wisten daar destijds al inkt van te maken. Hoe? Zij deden gallen in een vijzel, voegden hier ijzer(II)sulfaat aan toe en vijzelden dit tot pulp. Het looizuur wat in de gallen zit gaat een verbinding aan met het ijzersulfaat. Wanneer dit mengsel dan gaat oxideren, ontstaat er een zwarte kleurstof. Daarna voegde men een extract uit blauwhout (kernhout van de tropische campècheboom) toe. Hierdoor verkreeg men een zwarte inkt waar men mee kon schrijven. Deze gallusinkt is zuur en tast op de duur het papier aan. Dat verschijnsel staat onder de “geletterde” bekent als “inktvraat”.
 
Tot de volgende keer! Groet Ron

Ron Van Pol, voorzitter van Groen Hart Leudal, heeft sinds juni 2020 zijn eigen column bij DeltaLimburg.nl. 

Foto Ron Van Pol (aardappelgal) 
270623/HvL 


 
 
 

Wellicht interessant