img

DeltaLimburg.nl

Hèt informatieve (nieuws)platform voor Midden-Limburg.

23-9-2022 16:15

Ron - Rood voor de ogen

Roggel - 23 september 2022 - Deze keer ga ik niet ver van huis. Het gebeurt in vele tuinen. Een tijdje geleden werd ik aangesproken over een rood insect in de tuin. Nu wil ik op die specifieke vraag graag terugkomen en het leek mij zelf leuk om hier wat meer over te vertellen. Wanneer je de kuip- en vaste planten water staat te geven, deze afgelopen zomer trouwens geen overbodige daad, dan zag je soms de aarde bewegen. Op sommige plekken leek het wel net “marsaarde”. Zo ook bij ons thuis. 

Wanneer ik mijn bril dan weer eens opzette, bleek het een om leuk kevertje te gaan. Beter gezegd, een wants. Er zijn een aantal verschillen tussen de kever en wants. Een wants is eigenlijk een “plat gedrukte kever”. Bij een kever zijn de dekschilden - de schilden waaronder de transparante vleugels verstopt liggen - geheel verhard en bij de wants is er altijd een deel (aan het uiteinde) wat niet verhard is, maar doorzichtig of vliesachtig. Daarnaast zit op de rug van de wants heel vaak een driehoekig schildje. De punt van het schildje wijst naar achteren. Kevers hebben een mond waarmee ze bijten, wantsen hebben een zuigsnuit. Vergelijk het gemakshalve met een rietje waarmee ze van alles opzuigen.

Terug naar de “marsaarde”. Zo op het eerste gezicht ziet zo’n rode wants, de vuurwants (Pyrrhocoris apterus) genaamd er dan ook giftig uit. Pyrrho-coris komt van het Grieks en betekent rood insect, het a-pterus is zonder vleugels). Rood is gevaar, dat heb ik al eens in een van mijn voorgaande columns uitgelegd. Dit rode jasje met zwarte stippen schrikt andere dieren af. Vogels wagen zich niet aan deze maaltijd. Daarom komen de wantsen ook zo massaal in vele tuinen voor.

Om mij zelf er steeds aan te herrinneren dat het de vuurwants is, heb ik een ezelsbruggetje: voor mijn gevoel lijkt de het patroon aan vlekken sterk op het schild van de krijgers van Koning Shaka Zulu, die waren alleen zwart wit gevlekt.

Veel mensen denken dat de wants gevaarlijk is, maar dat valt echt reuze mee. Ze helpen jou eigenlijk mee de tuin weer op orde te krijgen, doordat deze “weldoener” met zijn snuit voedingssappen uit afgevallen bladeren of ander dood materiaal slurpt. Maar niet alleen dood materiaal wordt door hun verorberd! Ze helpen ook op een milieuvriendelijke manier mee door een slag te slaan in het bestrijden van rupsen, bladvlooien, bladluizen, rode spin, roestmijten, galmuggen en zo nog een heel leger aan andere soorten, voor ons “vervelende” insecten. De wantsen kunnen dan ook niet bijten!

Wanneer je ze ziet zitten, dan zie je ze ook met velen bij elkaar. Ze kunnen niet vliegen. Je treft ze vaak aan bij lindebomen (Tilia), de acacia, bij hibiscus en in de buurt van kaasjeskruid (Malva). Voor kort zaten ze ook rond de buxus, maar die is zo goed als “uitgestorven”. Zoals gezegd, ze komen vaak in grote groepen voor. Het vrouwtje verspreidt een voor de mannetjes opwindende geur (dat heet een feromoon). Dit verspreiden van die geur doet ze om de gewillige mannetjes te lokken. Ze hebben bij hun eerste “speeddate” direct een langdurige paring. Deze paring kan let op, wel twaalf uur tot zeven dagen duren!!

Dit moet natuurlijk een reden hebben. Klopt! Het mannetje blijft aan het vrouwtje kleven, zodat die “hitsige dame” niet met nog een ander mannetje kan paren. En manlief kan op deze manier ook echt al haar eitjes zelf bevruchten. Dit betekent voor hem, een grote slagingskans om zich voort te planten. Die “wantsenwereld” is nog niet zo gek!

Het vrouwtje graaft tunneltjes waarin ze haar eitjes legt. In de zomer komen hier weer “babywansjes” uit, wij noemen deze nimfen. Ze hebben nog geen schild. Na enige tijd zie je dat hun ruggetje rood begint te worden en dat er zich een soort jasje vormt. Na een poosje verschijnt ook de zwarte tekening op de rug waar de vleugels komen te zitten. Deze vleugels zijn onderontwikkeld (met een mooi woord; irreversibel ), daarom kunnen ze ook niet vliegen. Aan het einde van de zomer zijn de nimfen volgroeid. Alleen volwaardige vuurwantsen kunnen uiteindelijk de winter overleven. Zij verstoppen zich onder stenen, bladeren of ver weg van alles, diep in de grond.

Op de vraag die mij gesteld werd over hoe deze dieren te bestrijden kan ik kort zijn. Geen gif gebruiken. Je berokkent meer schade aan in je tuin dan je lief is. Kun je de plant waar ze zo verrukt op zijn, verplaatsen? Verplaats deze plant dan naar een plek in je tuin waar ze wel rustig hun gang kunnen gaan. Maar waarom zou je? Die rode weldoeners zijn er maar een relatieve korte periode van het jaar. Dan zijn ze weer “weg”.

In Nederland komen meer dan 600 verschillende soorten wantsen voor. Om er een paar te noemen; het bootsmannetje (Notonecta glauca), duikerwants (Corixa punctata), staafwants (Ranatra linearis), groene schildwants (Palomena prasina) bij ons ook bekend onder de naam groene stinkwants, schaatsenrijder (Gerris lacustris), vuurwants (Pyrrhocoris apterus), waterschorpioen ( Nepa cinerea), pyjamaschildwants (Graphosoma lineatum).

Oh ja, ik zou er eentje nog bijna vergeten, nu we het er toch over hebben. Heel dicht bij ons zelf, de bedwants (Cimex lectularius). Deze lugubere rakker van een kleine 5 mm groot, loopt vrolijk door je huis om zich vol te zuigen met het bloed van jou, je huisgenoten of jouw huisdier. Zijn lievelingsplek is in jouw bed, dus laat die vuurwants maar schuiven, die doet geen vlieg kwaad. Althans…….

Groet en tot de volgende keer!

Ron

Ron Van Pol, voorzitter van Groen Hart Leudal, heeft sinds juni 2020 zijn eigen column bij DeltaLimburg.nl.  

Stockfoto (vuurwantsen)
230922/HvL

Wellicht interessant